Leányka is een Hongaars wit druivenras dat bekend staat om zijn verfijnde aromatische profiel en elegante structuur. In het glas onthult Leányka tonen van bloemige aroma’s, met name acacia en kamperfoelie, aangevuld door frisse accenten van citrus, groene appel en soms een vleugje perzik of peer. De smaak is doorgaans levendig en fris, met delicate zuurgraad en een subtiele minerale ondertoon.
De belangrijkste wijnbouwregio’s voor Leányka zijn Eger en Transsylvanië, waar het microklimaat gunstig is voor het behoud van aromatische frisheid en structuur. Binnen deze gebieden wordt Leányka zowel als mono-cépage als in blends gebruikt, waarbij het finesse en elegantie aan de wijnen toevoegt.
Typisch worden van Leányka droge witte wijnen gemaakt, soms licht aromatisch of semi-aromatisch, met een soepele afdronk. Er komen ook frisse, lichtzoete stijlen voor, afhankelijk van het oogstmoment en de vinificatie.
Leányka-wijnen passen uitstekend bij lichte gerechten zoals gegrilde vis, frisse salades, zachte kazen en kip met een subtiele kruidenmengeling. Ook bij Aziatische gerechten op basis van vis of kip zorgt Leányka voor een harmonieuze combinatie door zijn frisse karakter.